Cultuur Delft 24 okt 2019

Er staat al een grote bus te wachten voordat de eerste deelnemers arriveren. De spelersbus van RKC Waalwijk notabene met busbedekkend logo, zelfs de ramen zijn beplakt. Daar is van de binnenkant door heen te kijken verzekert de chauffeur en dat is ook zo, tenminste, als alle vocht aan de buitenkant gedroogd is.

Met 10 minuten vertraging aan de start en een regenbuitje onderweg komen we toch op tijd aan bij Royal Delft – Koninklijke Porceleyne Fles – sinds 1653, de laatst overgebleven aardewerkfabriek uit de zeventiende eeuw.

De ontvangst is hartelijk. In de tuinkamer wordt koffie met appelgebak geserveerd en in de prettige ruimte met uitzicht op een exotische binnentuin komt het gesprek snel op gang. Tijdens de rondleiding met gids Victor zien en horen we veel over de geschiedenis van de fabriek en wordt het procedé van vormen, gieten, bakken en beschilderen gedetailleerd verteld.

Een medewerkster zit aan een werktafel te schilderen om het verhaal te verbeelden. Een rondgang door de hal waar gewerkt wordt met draaitafels, mallen en de aarden materie is indrukwekkend, maar de eindproducten in expositieruimtes, vitrines en niet te vergeten de winkel zijn de eigenlijke lust voor onze ogen. Wij bewonderen de verschillende uitvoeringen: Delfts blauw, kleurig polychroom, zwart Delfts, de diverse koninklijke serviezen en de vele tegeltableaus. Een complete ‘Nachtwacht’ in Delfts blauw siert een hele wand. Fantastisch! Buiten schijnt inmiddels de zon volop en dat is een prettige bijkomstigheid voor de boottocht die we gaan maken door de grachten van Delft. Student Floris manoeuvreert ons even later in de elektrische boot ‘Willem de Zwijger’ als een professionele kapitein door de Delftse grachten, onder bruggen en bruggetjes door. Hij vertelt ondertussen over de historie van panden, benamingen op gevelstenen, studentenkroegen of eerdere bestemmingen van de betreffende locaties langs de route. Hij wijst ons op de ‘scheve toren van Delft’ en inderdaad de toren van de Oude Kerk staat scheef.  De bijtorentjes ernaast zijn zodanig aangepast in omvang en hoogte dat het toch in orde lijkt. Optisch bedrog noemen ze dat, maar het schijnt allemaal veilig te zijn. Aan de Koorenmarkt stappen we van de boot en lopen een korte afstand te voet naar de Markt om de Nieuwe Kerk te bezoeken. Tot veler verrassing is het toevallig marktdag en dat verhoogt de sfeer, want mooi weer en veel kramen met volk ertussen past helemaal in het beeld van Delft. De Nieuwe Kerk blijkt ouder te zijn dan de naam doet vermoeden. Hij dateert van 1351 en omdat er al een grote kerk bestond in Delft werd dít de Nieuwe Kerk en de bestaande de Oude kerk. Vóór de Reformatie was de kerk Rooms Katholiek en toegewijd aan de heilige Ursula van Keulen.

In de kerk bevindt zich het praalgraf van Willem van Oranje achter de steen die toegang geeft tot de grafkelder van de latere Oranjes. Voor een bijzetting wordt die steen gelicht zodat de koninklijke familie kan afdalen. Volgens een medewerker, die bij een maquette van de grafkelderruimte staat, is er nog een andere (geheime) ingang, waar de familieleden tussentijds op bezoek kunnen komen.
In een halve cirkel om het praalgraf staan zuiltjes die je kunt activeren voor digitale informatie en videofilmpjes over belangrijke personen en gebeurtenissen. Ook de glas in loodramen verdienen aandacht.

De vroege middag is vrij ter besteding: mogelijkheid voor het nuttigen van een lunch naar eigen keuze, een van de andere musea in Delft gaan bezoeken, zomaar wat snuffelen op of rond de markt, of alvast een bezoek brengen aan de Oude Kerk. In de Oude kerk, die op zich al de moeite waard is met zijn fraaie glas in lood ramen en praalgraven, o.a. van Maarten Tromp, staat het Narrow House van Oostenrijks kunstenaar Erwin Wurm opgesteld. Het huis is een absurdistische versie van het geboortehuis van Wurm en is exact even lang en hoog. Om de benauwdheid van zijn opvoeding en de tijd waarin hij is opgegroeid voelbaar te maken, heeft hij het extreem smal gemaakt (138 cm). Niet alleen het huis zelf, maar ook alles wat erin staat. Tot en met de badslippers voor het smalle bad.

Om drie uur dient een eerste groep zich te melden bij Museum Prinsenhof voor de entree bij de tentoonstelling Pieter De Hooch – uit de schaduw van Vermeer. Het is de eerste tentoonstelling ooit in Nederland gewijd aan deze schilder, tijdgenoot van Vermeer. Zij hebben elkaar gekend en beïnvloed, wat duidelijk te zien is in de intieme tafereeltjes in huizen en binnenplaatsen met kenmerkende doorkijkjes, die geschikt zijn voor variërende lichtwerking. Op het vroegere voorplein van het Prinsenhof, nu met glazen overkapping, verzamelt zich een deel van onze groep bij een gezellige nazit. Dan trekken we pluksgewijs op weg naar ons laatste doel: Restaurant Swing in Hotel Hampshire voor een eenvoudige hoofdmaaltijd met drankje. Voorspoedig rijden we in onze RKC-spelersbus retour naar Tilburg, alwaar we om 20.15 u tevreden aankomen.

Te horen aan de vele complimenten voor de organisatoren is er volop genoten van een volle, plezierige en boeiende dag.

Verslag: Georgette Bruinsma  
Foto’s : Francis Huisman

Voor het verslag Delft in pdf-format., zie downloads

Downloads